Landing op de Chatham-eilanden

Landing op de Chatham-eilanden

Landing op de Chatham-eilanden

8 november 2013

Geschreven door Wieger Homan: 
“’s Morgensvroeg, nadat we eindeloos de lichten van de Chatham-eiland aan bakboord gezien hebben, worden de contouren van het hoofdeiland zichtbaar. Zacht glooiend, groen bemost, witte stranden en steile kliffen veroorzaakt door het wegzakken van delen heuvel. Een prachtige dag, zon en een kalme zee. De zeilen steeds verder minderend tot met een donderend geratel het anker gelost wordt. Het zal 10 uur zijn. Aan de baai zijn een paar huisjes zichtbaar tegen de helling, op de voorgrond een visafslag of fabriek en gebouwen die later een hotel en winkel blijken te zijn. Ver daarvoor ligt een houten pier die duidelijk te klein voor ons is. Onder de strakblauwe hemel proosten we op een behouden vaart.
Samen met Jimbo en Werner zijn we de eerste 3 om in de dinghy aan land te gaan. De eerste contacten met de lokale bevolking zijn hartelijk, grote stevige mannen die achteloos leunen tegen gigantische 4-wheel-drives. Alles kan geregeld worden, een tocht over het eiland van een of een halve dag, dineren met langoesten, internet, sieraden van gesneden walvisbeen, een vlucht terug voor David.
In de wagen van een van hen verplaatsen we ons naar de bar/hotel/restaurant, slechts 500 meter verderop. We ontmoeten de enige politieagent van het eiland, die ons zijn bureau en rechtszaaltje laat zien. Met een van zijn twee politiewagens rijdt hij ons naar het gezondheidscentrum 400 meter verderop waar geinternet kan worden. Allemaal aardige open mensen is onze eerste indruk. Veel toeristen zullen hier niet komen. Er is een airstrip en we zien het tweemotorige propellervliegtuig opstijgen. Wanneer de anderen van de ‘Oosterschelde’ na de lunch aan land komen wordt de plaatselijke winkel leeggekocht, chocolade, t-shirts, vesten alles vliegt over de toonbank. Wij hebben ons intussen tegoed gedaan aan fish en chips, blauwe kabeljauw, patat en bier.
De langoest ‘s avonds bij het diner valt zwaar tegen, met veel wijn en nog eens fish en chips hebben we het weggespoeld. De bar is ‘s avonds bevolkt met allemaal grote, stevige vissers en agrariërs in verschillende staten van dronkenschap, grote flessen bier verdwijnen in hun stevige lichamen. Sommigen van ons nemen afscheid, anderen blijven nu het nog kan. Het voelt nog wel wiebelig maar er is land onder de benen.
De ‘Tecla’ was al binnengelopen en de ‘Europa’ ankerde om een uur of 10 ‘s avonds.
De volgende dag vroeg naar land met een deel van de gasten van de ‘Oosterschelde’ om een dagtocht te maken over het eiland. Onder de bezielende leiding van Lorraine en Kelvin zijn we ingevoerd in de geschiedenis en cultuur van de Moriori, een vreedzaam volk dat hier oorspronkelijk woonde en later door de Maori’s  zijn overmeesterd en ingelijfd. De hele tocht op dit prachtige eiland stond in het  teken van de teloorgang en de terugkomst van dit trotse en vreedzame volk. Toen de Maori´s met 900 man binnenvielen in 1853 werd door de ruim 2000 Moriori´s na rijp beraad besloten geen weerstand te bieden en vreedzaam te blijven met het gevolg dat het volk bijna uitgemoord werd en tot slavernij gedreven.
De tocht over het eiland was prachtig, de stranden parelwit en omspoeld met een helder blauwe zee, veel sloopautos, schapen, eeuwen geleden uitgesneden figuren in bomen, zeeleeuwen en dit alles uitgelegd door de prachtige Moriori-gids Lorraine. Wij zijn klaar voor de laatste slag naar de Falklands.”