Schavielende geesten

Schavielende geesten

Schavielende geesten

22 november 2013

Wieger:
“Er is aan boord een duidelijke bias voor het mannelijke, er zijn totaal 29 mensen aan boord waarvan 4 vrouw zijn. De sfeer is goed en de invloed van de mannelijke overmacht is niet echt merkbaar. Onderzoek zal later (ik kom hier op terug) uitwijzen wat de invloed is geweest van de oververtegenwoordiging van het mannelijke geslacht op ons gemoed aan boord.
Iedereen is langzamerhand gewend aan de deining, het schip slingert af en toe behoorlijk en wij bewegen ons voorzichtig over het dek en beneden in de salon en onze hut. Verder is er de eindeloze zee en de eindeloze regelmaat van slapen, eten en wachtlopen. Maar er gaat iets veranderen, de bezetting van de verschillende wachten gaat veranderen morgen. De bekende gezichten zullen niet meer aanwezig zijn, nieuwe komen ervoor in de plaats. Een stuk zekerheid lijkt te zijn weggevallen en met spanning wordt uitgekeken naar de nieuwe collega’s.
En daar sta ik dan achter het roer van de prachtige schoener ‘Oosterschelde’ en denk aan mijn vader die als kind in de haven van Delfzijl naar de aangemeerde schoeners keek van verre familieleden en droomde van verre reizen. En hier sta ik dan aan het roer terwijl de ‘Oosterschelde’ met ruime wind ploegt door het water van de zuidelijke Pacific. Dit is de koers die haar het beste ligt. Recht zo die gaat, Pa….
Na elke wacht zijn weer vele zeemijlen afgelegd: 12, 20, 30, 36, records worden gebroken en we zijn weer een stukje dichterbij gekomen, dichterbij de kaap. En de gesprekken gaan intussen door, over zeemijlen, de datumgrens, moeten uren er nu af of juist bij? En lengte- en breedtegraden. En natuurlijk over schavielen, schurftplattingen, bulletalie, over zeilen en politiek, alles passeert. Sterke verhalen worden verteld, ik luister en vertel de mijne. Dagboeken worden korter en de dagen langer, niet voor iedereen, voor mij geldt het wel. De laatste dagen is het zicht slecht geweest, was het koud en waren er eindeloze gesprekken in het kotje, de opbouw achterop, achter het stuurwiel. Je kunt je niet meer voorstellen dat er in zee is gezwommen is een tijdje geleden.
Sommigen van ons willen harde wind en meer spektakel; voor mij hoeft dat niet en ik heb de indruk dat dit ook voor de bemanning geldt. We proberen een depressie met hoge golven en veel wind te ontlopen door de koers te verleggen. Toch zullen we in de staart hiervan terecht komen, we zien wel hoe het gaat lopen, wij zijn er klaar voor.
Onder de trainees bevinden zich twee onderzoekers die gebruik maken van deze bijzondere reis met zijn bijzondere populatie. Die, zoals al opgemerkt, voornamelijk uit mannen bestaat en verder kun je spreken van een over het algemeen wat rijpere populatie met tijd en geld. Af en toe worden we onderworpen aan vragenformulieren, interviews, mindmaps en ondergaan van een statisch portret van een minuut. Waarschijnlijk met het doel om veranderingen vast te leggen op de verschillende gebieden van onze geest die in onze populatie ontstaan gedurende deze lange reis.
Het gaat nog niet schavielen en mocht dat toch gebeuren, dan plaatsen we ergens in de mindmap een schurftplatting.
Ik denk aan je…”